Larven van de taxuskever lijken met hun witte tot roomkleurige lijf op engerlingen, maar ze hebben geen pootjes. Ze zijn wel net zo vervelend, want de larven van de taxuskever eten aan de wortels van je planten. Je bestrijdt ze het meest effectief met aaltjes tegen de larven van de taxuskever.
De plaag herken je op twee manieren:
- Je ziet de larven op verschillende plekken in de bodem. Je hoeft dan nog geen schade in de tuin te hebben, bestrijden is uit voorzorg erg belangrijk.
- Je hebt schade aan bijvoorbeeld je taxus, azalea of hortensia. Larven van de taxuskever eten dan waarschijnlijk aan de ondergrondse delen van de plant. De plant neemt dan onvoldoende voeding en water uit de bodem op. Je sierplanten hebben gebreksverschijnselen en sterven uiteindelijk af.
De aaltjes tegen de larven van de taxuskever zoeken de larven op in de bodem van je tuin. Ze dringen naar binnen en scheiden specifieke bacteriën af waardoor de larve al na 2 tot 3 dagen sterft.
De larve is vanaf dan een broedkamer en de nematoden, het dure woord voor aaltjes, vermenigvuldigen zich snel. Na 2 tot 3 weken zoeken nieuwe aaltjes weer nieuwe larven en schakelen ook die weer uit. Dit proces gaat zo door, zolang er:
Vanaf eind juni komen de eitjes van de taxuskevers uit en groeien uit tot larven van de taxuskever. Bestrijden kan dan ook van augustus tot en met oktober, dan zijn alle eitjes uitgekomen.
De bestrijdingsperiodes zijn afhankelijk van de bodemtemperatuur. Deze moet tenminste 8°C zijn om effectief de larven te bestrijden. Bij een lagere temperatuur werken de aaltjes niet goed, maar ook de larven van de taxuskever gaan dan dieper de grond in.